In een litterair proza, op het romantische af, vertelt de auteur vol bewondering enkele passages uit het leven van Leopold II.
Tekeningen van P. Devos.

En prose littéraire, pourvu d’un zeste de romantisme, l’auteur raconte avec admiration quelques passages de la vie de Léopold II.
Dessins de P. Devos.

Dit is één van de boeken van Desonay, bestemd voor jongens. Maar om hem goed te kunnen begrijpen moesten deze jongens hun geschiedenis kennen. Over verschillende bladzijden van het boek geeft Desonay ons op een meesterlijke wijze de beschrijving van “het mooie verhaal van de soldaten van bij ons, van Boduognat tot Frederik de Merode” om ervan het verschil te kunnen maken met het verhaal van het leger, einde XIXde eeuw, “een opraapsel van alle paria’s”, […] “een karikatuur van een leger dat slechts bestond uit verbitterden”.

Dit alles omwille van de loting en het schandaal van de vervanging. Inderdaad, “de kleine burgers uit de middenstand, de handelaars uit de voorstad, de landbouwers op hun grond, maar vooral de welgestelde industriëlen, de magistraten en de aristocraten” hadden de mogelijkheid, in geval hun zoon een slecht nummer trok, dit voor 1600 frank te verwisselen tegen het goede nummer van een arme. Deze jongens van rijke ouders moesten dus geen legerdienst doen. Maar ze konden studeren. De gevolgen zijn niet moeilijk te bedenken.

Koning Leopold II heeft gedurende 40 jaar gevochten voor de introductie van een wet voor de persoonlijke dienst. Zonder enig resultaat ! Het is slechts op zijn sterfbed dat hij het document voor de nieuwe wet heeft kunnen ondertekenen, twee dagen voor zijn overlijden.

Maar men zou er moeten bijvoegen dat voor hem het doel van deze wet zonder twijfel vooral het tot stand brengen was van een beter leger.

C’est un des livres de Desonay destinés aux garçons. Mais pour bien comprendre celui-ci, ces garçons devraient connaître leur histoire.

Pendant plusieurs pages du livre, Desonay nous décrit majestueusement « la belle histoire des soldats de chez nous, de Boduognat à Fréderic de Mérode », afin de pouvoir en faire la comparaison avec l’histoire de l’armée, fin du XIXème siècle, « un ramassis de tous les parias », […] « une carricature d’armée qui ne comptait guère que des aigris ». Tout cela à cause du tirage au sort et le scandale du remplacement existants.

En effet, « les petits bourgeois, les commerçants des faubourgs, les fermiers sur leur terre, mais surtout les industriels cossus, les magistrats et les aristocrates » avaient la possibilité, au cas où leur fils tirait un mauvais numéro, de l’échanger pour 1600 francs contre le bon numéro d’un pauvre. Ces garçons de parents riches ne devaient donc pas faire de service militaire. Les conséquences sont faciles à imaginer.

Le Roi Léopold s’est battu pendant 40 ans pour l’introduction d’une loi sur le service personnel. Sans aucun résultat ! C’est seulement sur son lit de mort qu’il a pu signer le papier pour la nouvelle loi, deux jours avant son décès.

Mais il faudrait ajouter aussi que le but de cette loi était pour lui sans doute surtout la formation d’une armée meilleure.

Service du livre luxembourgeois

Arllfb.be, Biographie par Jacques Dubois