L.-Th. Léger, Du Tanganika à l’Atlantique, Impressions de Voyage sur l’Oeuvre Coloniale Belge, 157 pp, 1921.
Opmerking van de auteur, gezien alle foto’s “Ets J. Malvaux” getekend zijn.
Ik kreeg de toelating van mijn vriend Brecht Bostyn, licentiaat Geschiedenis, om hierover zijn uitleg weer te geven. Hij is gespecialiseerd in de methodologie van de geschiedenis, met de klemtoon op foto en film als historische bron:
Die Malvaux ben ik al eerder in de context van de Vrijstaat tegengekomen; meer bepaald in de catalogus van de Congotentoonstelling 1897 in Tervuren. Hij is niet de fotograaf, maar diegene die de opnamen van anderen, via een fotomechanische techniek vertrekkend van negatieven of positieven, vertaald heeft naar drukwerk en mogelijkerwijze voor toepassingen zoals tentoonstellingen vergrotingen heeft gemaakt. In die periode zal dat de autotypie geweest zijn (raster met bolletjes). Voor kunstigere publicaties bestond er zoiets als de collotypie en vooral de koperdiepdruk of rotogravure (op een koperen cylinder). Men vindt dat soort foto’s terug in catalogi, etnografische publicaties, tijdschriften, etc., vanaf het einde van de 19e eeuw. Voordien werden van foto’s vaak houtgravures gemaakt.
Jean Malvaux (1939 – 1903) had vier zoons: André, Alfred, Eugène en Arthur. Hun familiaal bedrijf voor fotogravure werd in 1899 omgevormd tot “Etablissements J. Malvaux”. In 1903, bij het overlijden van Jean, nam André de leiding over. Hij stierf vermoedelijk tijdens de grote oorlog en zijn drie broers namen de zaak over. In 1906 waren er 106 werknemers in dienst en het bedrijf was toen vermoedelijk het grootste foto-mechanisch printbedrijf van België.
Ontdek ook de foto’s op “varia Congo/foto’s Congo“.
j